De dorstigen laven… Ik herinner me nog goed de avonden die vooraf gingen aan de komst van de brouwer… We bevinden ons nu einde jaren ’70 en begin ’80… Zulke avonden werden gecombineerd met kuisavonden en vonden plaats tijdens de generale week. Alles moest blinken om ons publiek te ontvangen. En als alles spic en span was, was het tijd om de lege bakken naar beneden te brengen, klaar voor de brouwer die ze ’s anderendaags kwam wisselen voor volle. Rond 22 uur begonnen we eraan; het werd een ritueel! Alle kuisers, dus lees: alle stallers, waren aanwezig en er werd een lange kettingrij gemaakt van aan het “bierkot” (dat er nu nog altijd is) tot beneden aan de (lange) trap. De lege bakken vlogen in ieders handen voorbij. Er werd gelachen en elke keer weer gefoeterd: moet dat nu? Is er geen andere oplossing? Neen, die was er niet! ’s Anderendaags, voordat de generale kon beginnen, werd er opnieuw een lange kettingrij gevormd met alle stallers (spelers, mensen die techniek deden, de bar, de receptie en uiteraard de rest van de stallers die kwamen kijken). Volle bakken naar boven “gooien” ging iets moeizamer maar het werd gedaan. Dat was ‘goed voor de groepsspirit’! En dat werkte dan nog ook!
Toen kwam er een oplossing, het gesakker had gestadig plaats gemaakt om eens na te denken en tot deze oplossing te komen:
Top! Er werd een brouwer gevonden mèt een kraan! De kraan was niet van de brave man zelf maar hij huurde die om toch bij ons te kunnen komen leveren.
Het probleem was wel dat er vaste tralies staan voor het venster dat uitgeeft in het bierkot; dus het leeggoed en daarna de volle bakken, moesten in de bibliotheek gestapeld worden en dan wel verhuisd naar het lokaal ernaast. Maar ala, dat was peanuts tegenover vroeger.
Maar ach… ‘schone’ liedjes duren niet lang.
De dag van vandaag is het weer zonder kraan en levert de brouwer via de trap maar deze keer heeft hij zijn ‘werkvolk’ mee en brengen ze de bakken zelf naar boven…
Quotes, motto’s… ze zijn er geweest en ze zijn er nog:
Wie niet werkt, speelt niet!
Dit is een harde noot! Ze werd wel gedurende de voorbije 50 jaar gehanteerd.
Aangezien Stallers alles zelf doen en er geen beroep gedaan wordt op externen, moest dit wel doorgevoerd en, jawel, hardhandig aangehouden worden. We tappen zelf, maken ons decors zelf, tappen, ontvangen de mensen, zorgen dat alle lokalen netjes worden onderhouden. We waren/zijn streng maar streven rechtvaardigheid na!
We hebben een lange trap; profiteer ervan om je zorgen van de dag onderaan achter te laten en tijdens het naar bovenkomen, focus je op toneel. Eens de ijzeren deur voorbij, is het enkel en alleen toneel! Het is aan jou om, als je terug naar huis gaat, je zorgen daar onderaan die trap terug mee te nemen of ze te laten liggen.
Dat is een quote van mezelf die ik heel vaak aan m’n leerlingen meegaf. Het werkte …
Wat komt gij hier doen? Dat is hier wel een theater hè! Zoude gij niet beter gaan kantklossen?
Dat is een uitspraak die jarenlang gebruikt werd en bij de anciens zeker een glimlach op het gezicht tovert. Bij de toelatingsproeven waren er soms mensen bij die dachten dat we hen talent zouden aanleren en menigmaal hoorden we dat “toneelspelen toch iedereen kan?!”. Maar al te vaak werd dan bovenstaande al eens gezegd… Waarom precies kantklossen? Omdat in de gelijklopende gang met onze zolder (de eerste zolder aan onze wc-deur) de vereniging “Het weefgetouw” in den tijd zat…
Een slogan die het nog altijd doet omdat hij zo correct is:
Stalstudio heeft jou nodig zoals jij Stalstudio nodig hebt!
Regeringsmedailles werden uitgereikt aan diegene die na vier jaar (toen had men een vierjarige opleiding voor de boeg) eindigde met Grote Uitmuntendheid. Zijnde meer dan 90%. Tijdens het examen was niet alleen een jury aanwezig maar ook een regeringsafgevaardigde. Het bleef dus voor alle Stallers een spannend moment wanneer in de bar de punten werden bekendgemaakt. Deze erkenning werd door het ministerie van onderwijs spijtig genoeg afgeschaft. Een reden werd er niet opgegeven. Jammer!
Stallers die deze medaille mochten ontvangen waren:
In navolging van de felbegeerde regeringmedaille, werd de “stadsmedaille” in het (kort) leven geroepen. De volgende Stallers mochten er één ontvangen:
Vanaf het volgend schooljaar werden er geen medailles meer toegekend. De opleiding wordt tevens ingekort tot 3 jaar met verplichting tot het volgen van de lessen Repertoirestudie. Marinelle De Winne wordt in september 1991 leraar Repertoirestudie en 1ste jaar Hogere Graad toneel. Leo Dewals blijft les geven aan het 2de en 3de jaar in de Hogere Graad.
En toen kwam er een mededeling… een kleine ramp…
In ’94 werd er door de Brandweer een controle gedaan en onze lokalen werden afgekeurd! “Niet meer spelen en zeker geen publiek meer ontvangen”. Onze producties stopzetten was not done en dus zakten we de trap af naar beneden, naar de Ruiterijzaal. “Wij zullen spelen en ondertussen onze lokalen in orde brengen conform de wet”.
“Station Service” werd dan ook in de grote zaal beneden gespeeld èn met succes.
“3 x Tsjechov” (De Beer, Het Huwelijksaanzoek, De Bruiloft) en “Jacques en zijn meester” werden gebracht in de langwerpige zaal achteraan de grote zaal beneden.
Ondertussen werkten de Stallers keihard om het boven, in ons eigen gezellig en knus theatertje allemaal in orde te krijgen…. En dat lukte voor de eerstvolgende productie “Interiors”.
Dit was te lezen in het programmaboekje van “Interiors”:
“…Tussen eind augustus en half november 1996 hebben de vernieuwingswerken, gefinancierd door de stad Vilvoorde- waarvoor onze oprechte dank - plaatsgevonden.
De electriciteit werd volledig vernieuwd, al het gevaarlijke piepschuim werd vervangen door gyprocplaten, de balken werden behandeld met brandwerende verf, branddeuren werden geplaatst.
Dit alles heeft onvermijdelijk voor het nodige stof gezorgd.
Bovendien werden onze lokalen twee jaar lang niet gebruikt.
Dus, het was voor ons een must, maar vooral ook een kans om alles in een nieuw kleedje te steken.
Vijf maanden lang hebben we vele avonden en weekends onze verborgen doe-het-zelf-kant tot ontplooiing gebracht.
Terwijl we schuurden, plamuurden, schilderden, vernisten,… hebben we meer dan eens gezucht: “’t Is toch plezant, hé, toneel spelen.” Of zoals Eric zich vaak afvroeg: “Waarom ben ik niet gaan kantklossen ?…”
Ter geruststelling: jaarlijks krijgen we de mannen van de brandweer over de vloer, tevens de preventie-adviseur van de Stad Vilvoorde om te checken of we onszelf maar vooral ons publiek op een “veilige” manier kunnen ontvangen. Vandaar ook de regel die kortelings in de bus viel: enkel de zeteltjes bezetten tijdens een voorstelling + de twee techniekers maar zeker geen stoelen meer bijzetten.
Werken…
Al van bij het ontstaan, 50 jaar geleden, wist een Staller dat er van hem en van haar verwacht wordt dat er ook gewerkt wordt naast, achter, voor en opzij van de scène…
Ik denk dat Freddy in de Stal sinds 1976 al meer dan 25 keer de scène geschilderd heeft…
Of bvb Stalstudio vertegenwoordiger op een Opendeurdag van onze Academie.
Hier met Sarah slembrouck…